Loekemeijer-methode

Loekemeijer-methode

Gedragingen van mensen met autisme worden vaak als vreemd of ongepast gezien door de omgeving. En dat kan problemen veroorzaken. Dat ‘vreemde’ of ‘ongepaste’ gedrag past bij de ontwikkelingsfasen van de emotionele en sociale gehechtheid waarin degene zich bevindt. Met de Loekemeijermethode leer je gedragingen herkennen en goed plaatsen en gehechtheidsontwikkeling mogelijk maken.

Voor wie is de Loekemeijermethode?

De Loekemeijermethode is voor gezinnen met (jonge) kinderen, jongeren en (jong)volwassenen:

Wat is gehechtheidsontwikkeling?

Ieder mens heeft behoefte om zich te hechten, om nabijheid te krijgen van een of meerdere specifieke personen. Een kind hecht zich aan zijn of haar ouders en die relatie biedt veiligheid en geborgenheid. Deze hechting is de basis voor een goede emotionele en sociale ontwikkeling. De term ‘hechting’ wordt meestal gebruikt als het gaat om de (vroege) kindertijd. Daardoor ontstaat het idee dat het hechtingsproces dan ophoudt. Maar volgens Yvonne Loekemeijer, grondlegger van de Loekemeijermethode, loopt het proces door tot in de volwassenheid. Wel wordt in de kindertijd de basis gelegd.

Een heel jong kind is vaak nog niet gehecht aan meerdere personen en heeft nog moeite zich in te leven in hen; zijn of haar eigen behoefte staat nog centraal. In de loop van de tijd zullen de gehechtheidsrelaties en daarmee de onlosmakelijk verbonden emotionele en sociale ontwikkeling verdiepen. Loekemeijer ziet dit proces rond de ontwikkeling van gehechtheid in opeenvolgende fasen. Pas in laatste fasen kan iemand (gehechtheids)relaties met meerdere personen aangaan gebaseerd op wederkerigheid. En pas dan is iemand werkelijk veilig gehecht.

Samenvattend ziet Loekemeijer gehechtheid en de ontwikkeling die iemand in gehechtheid maakt als een samenspel van verschillende en onlosmakelijk met elkaar verbonden ontwikkelingsgebieden:

Wat gebeurt er bij achterstand in de gehechtheidsontwikkeling?

Over het algemeen wordt verwacht dat iemand zich gedraagt naar zijn of haar leeftijd. Het gedrag van iemand met een achterstand in de gehechtheidsontwikkeling wijkt vaak af van het gedrag dat ‘hoort’ bij zijn of haar kalenderleeftijd. De kans is groot dat de omgeving gedragingen niet begrijpt en het interpreteert als ongepast, opzettelijk, vreemd of onopgevoed. Dit gebeurt zeker als het gaat om een ouder kind, jongere of (jong)volwassen persoon met normale tot hoge intelligentie. Toch is het ‘ongepaste’ gedrag terug te brengen in de ontwikkelingsfasen van de gehechtheid.

Voorbeelden van gedragingen van iemand met een achterstand in de emotionele en sociale gehechtheidsontwikkeling:

Wat is de Loekemeijermethode?

Van mensen met autisme is bekend dat zij cognitief vaak normaal tot (zeer) goed ontwikkeld zijn. Maar dat hun ontwikkeling van de gehechtheidsrelaties, hun emotionele en sociale ontwikkeling over het algemeen achterlopen. Yvonne Loekemeijer heeft jarenlange praktijkervaring en klinisch onderzoek gedaan bij kinderen, jongeren en (jong)volwassenen met autisme en begon verbanden te zien. Zij concludeerde dat veel gedragingen, die iemand met autisme wel of nog niet laat zien, voortkomen uit een achterstand en stilstand in de gehechtheidsontwikkeling. Vergeleken met iemand die zich gemiddeld ontwikkelt, loopt de gehechtheidsontwikkeling bij iemand met autisme ver achter.

Iemand met autisme doorloopt, net als iemand die zich gemiddeld ontwikkelt, dezelfde ontwikkelingsfasen van de gehechtheid. Dit proces begint echter met een achterstand, verloopt veel langzamer dan gemiddeld en gaat niet vanzelf. Hierdoor komt de gehechtheidsontwikkeling bij autisme vaak stil te staan in een lage ontwikkelingsfase. In die lage ontwikkelingsfase bevindt iemand zich nog volop in zijn of haar gehechtheidsproces. Door aan te sluiten op deze ontwikkelingsfase kan iemand zich verder ontwikkelen en het gehechtheidsproces alsnog doorlopen en ‘veilig hechten’.

Loekemeijer ontwikkelde op basis van jarenlang klinisch onderzoek het onderzoeksinstrument de ADAut. Hiermee kan worden vastgesteld in welke ontwikkelingsfasen van de emotionele en sociale gehechtheid iemand zich bevindt. De methode biedt een wetenschappelijk betrouwbaar en gevalideerd bevonden onderzoeksinstrument om te bepalen of en hoever iemand in zijn of haar gehechtheid achterloopt.

Daarnaast omvat de methode een zeer uitgebreide gehechtheidstheorie over autisme en gehechtheid en de specifieke werkwijze Actieve Nabijheid. Deze informatie is gebundeld in het handboek over de Loekemeijermethode. Zodra de Actieve Nabijheid in praktijk wordt gebracht, kan iemand met een achterstand in de gehechtheidsontwikkeling zich verder ontwikkelen. Dit geldt ook voor mensen met autisme en is in dat opzicht volledig uniek!

De Loekemeijermethode gaat uit van de ontwikkelingsfasen van de gehechtheid en niet van diagnoses.

Hoe werkt de Loekemeijermethode

De grote uitdaging bij veel mensen met autisme is dat zij met hun goede cognitie heel vaardig zijn in het verbloemen van hun achterstand. Zij kunnen ‘wenselijk’ gedrag vertonen of anderen imiteren waardoor de achterstand in de emotionele en sociale gehechtheid vaak niet herkend wordt. Over het algemeen wordt er alleen naar iemands cognitie en leeftijd gekeken en nauwelijks naar zijn of haar gehechtheidsontwikkeling. De Loekemeijermethode is zo ontwikkeld dat het de cognitie buiten beschouwing laat. De methode bestaat uit 3 stappen:

Stap 1

De eerste stap in de Loekemeijermethode is altijd een gedegen gehechtheidsonderzoek middels het onderzoeksinstrument ADAut. Hiermee wordt vastgesteld in welke ontwikkelingsfasen van de emotionele en sociale gehechtheid een (jong) kind, jongere of volwassene zich bevindt. En dus hoe ver iemand is in zijn of haar ontwikkeling van de gehechtheidsrelaties, emotionele ontwikkeling, sociale ontwikkeling en ontwikkeling van de informatieverwerking.

Deze onderzoeken worden afgenomen door gelicentieerde Loekemeijer gehechtheidsonderzoekers. Zij hebben allemaal de intensieve Loekemeijeropleiding gevolgd. Het gehechtheidsonderzoek is het startpunt in het Loekemeijertraject. Hiermee kan de hulpverlening ofwel begeleiding zo effectief mogelijk worden afgestemd.

Stap 2

In deze stap van de Loekemeijermethode wordt op basis van de onderzoeksresultaten hulpverlening (begeleiding) geboden aan degene met autisme en zijn of haar naasten. We sluiten aan op de ontwikkelingsfasen van de gehechtheid waar degene met autisme zich in bevindt.

We ondersteunen ouders, partners en andere naasten om het gehechtheidsproces alsnog samen met hun kind, partner of naaste te doorlopen. Zo krijgen zij de mogelijkheid om zelf gehechtheidsontwikkeling bij hun (ouder) kind of partner mogelijk te maken. Ouders krijgen zelf de regie en worden minder afhankelijk van hulpverleners.

Het is belangrijk dat iemand vanuit zichzelf stappen zet op basis van bewustwording en (aan)voelen, in tegenstelling tot het aangeleerd krijgen van ‘trucjes’ op cognitief niveau, zoals voornamelijk gebeurt bij andere methodes. Degene met autisme en zijn of haar naasten staan centraal. We bewegen met hen mee en er wordt nabijheid, bevestiging en praktische en emotionele ondersteuning geboden in situaties waarin en de momenten waarop zij dit nodig hebben. Deze manier van aansluiten noemen we Actieve Nabijheid.

Het is mogelijk om oudercursussen te volgen. Aan de hand van het boek: Loekemeijermethode Handboek Autisme en Gehechtheid doorlopen we de Loekemeijermethode. We geven ouders ondersteuning, kennis en houvast om zelf gehechtheidsontwikkeling bij hun kind mogelijk te gaan maken.

Stap 3

Degene met autisme zal langzaam maar zeker door Actieve Nabijheid vanuit zichzelf verder ontwikkelen. Als iemand zich verder ontwikkelt en situaties of gedragingen gaat aanvoelen, kan er stapsgewijs minder Actieve Nabijheid worden geven. Uiteindelijk kan de Actieve Nabijheid stapsgewijs afgebouwd worden. Je zult merken dat hoe verder iemand met autisme in zijn of haar ontwikkeling komt hoe meer zijn of haar levenskwaliteit en welzijn verbeteren en de angsten, stress, depressies en het gehechtheidstrauma stapsgewijs afnemen. Er wordt toekomstperspectief geboden!

Wanneer kan de Loekemeijermethode worden ingezet?

De Loekemeijermethode kan direct na de geboorte worden toegepast. Ouders merken vaak dat de ontwikkeling van hun kind anders verloopt en worden hierin vaak onvoldoende gehoord en begrepen. Het is belangrijk om een achterstand in de gehechtheid zo vroeg mogelijk te signaleren. Hoe eerder de achterstand of stilstand opgemerkt wordt, des te eerder er door ouders kan worden aangesloten bij de achterstand in de gehechtheid. Hierdoor kan de achterstand ‘beperkt’ blijven, de gehechtheidsontwikkeling al op (zeer) jonge leeftijd voortgaan en wordt er zo veel leed bespaard. 

Ouders kunnen vaak zelf heel goed aansluiten, als ze maar weten hoe én emotioneel beschikbaar zijn. We gaan naast het gezin staan en zijn ondersteunend in het doorlopen van het gehechtheidsproces tussen ouder en kind. Een hulpverlener mag zich nooit tussen het gehechtheidsproces van een ouder en kind plaatsen.

Ook kan de Loekemeijermethode worden ingezet als het kind al ouder is en de basisschoolleeftijd heeft of een jongere of (jong)volwassene is. Het is belangrijk dat het gehechtheidsproces (alsnog) wordt doorlopen met ouders, een partner of andere naaste. Wij zien het gehechtheidsproces als een dynamisch en continu proces dat alsnog kan voortgaan, ongeacht iemands leeftijd.

Wat zijn de resultaten van de Loekemeijermethode?

De Loekemeijermethode is een relatief nieuwe methode. Toch zijn de resultaten tot dusver spectaculair te noemen. Zowel kinderen, jongeren en (jong)volwassenen met een achterstand in de emotionele en sociale gehechtheid, die via de Loekemeijermethode Actieve Nabijheid hebben gekregen, laten op alle gebieden enorme vooruitgang zien. Zij hebben allemaal op hun eigen tempo verschillende fasen van de gehechtheidsontwikkeling doorlopen. En daarmee aangetoond dat iedereen verder kan komen in de ontwikkeling van gehechtheidsrelaties en de emotionele en sociale ontwikkeling. Ook mensen met autisme!

Met de juiste hulpverlening blijken mensen met autisme grote sprongen te kunnen maken. Velen vertelden later dat het de eerste keer was dat ze eindelijk werkelijk gehoord en begrepen werden. Ze hadden vaak ook voor het eerst het gevoel dat zij centraal stonden. Als de ontwikkeling eenmaal op gang gebracht is, blijkt er zoveel meer mogelijk te zijn dan gedacht wordt. Zo kunnen de meeste mensen met autisme veel beter functioneren in het dagelijks leven. Zij overzien en begrijpen de wereld om zich heen beter, voelen zich niet meer de eeuwige outsider. Ze kunnen wel degelijk sociale situaties aanvoelen en ermee omgaan. Ook het aanvoelen van anderen, het verplaatsen in anderen blijkt mogelijk. Mensen met autisme kunnen daardoor eigenlijk volledig ‘normaal’ functioneren. Daarmee lijkt een van de grootste uitdagingen van autisme getackeld te zijn. Overleven wordt leven!

Na de Loekemeijermethode gevolgd te hebben, zijn ze beter in staat om hun gevoelens te tonen, te verwoorden en te reguleren. Ook de overprikkeling die vaak voorkomt, wordt minder. Angst, paniek, trauma en weerstand worden door de meesten veel minder en in minder ernstige mate ervaren. Daarnaast lukt het hen om te hechten aan meerdere personen en voor het eerst een eigen sociaal netwerk op te bouwen. Ook voor de omgeving verandert er veel. De mensen die dichtbij staan leren Actieve Nabijheid te geven en worden zich, regelmatig voor het eerst, bewust van de behoeften van mensen met autisme. Dat zorgt voor wederzijds meer begrip en in veel gevallen tot echte wederkerigheid.

 

Is de Loekemeijermethode wetenschappelijk onderbouwd?

Uit het wetenschappelijke onderzoek (pilotstudie) uitgevoerd door Carmen Lisman blijkt dat het onderzoeksinstrument van de Loekemeijermethode, de ADAut (Attachment Development Autism), betrouwbaar en valide is. ADAut is een uniek instrument in onderzoek naar autisme: het is het eerste en enige onderzoeksinstrument dat meet in welke fase van de ontwikkeling van de gehechtheidsrelaties, de emotionele en de sociale ontwikkeling, ofwel de emotionele en sociale gehechtheid, iemand met autisme zich bevindt. Zodra er met de hulpverlening wordt aangesloten bij de ontwikkelingsfasen van de gehechtheid, blijkt uit de klinische praktijk dat gehechtheidsontwikkeling bij autisme wel degelijk mogelijk is.

Verder wetenschappelijk onderzoek naar de ADAut is nog nodig. Sinds de start van het wetenschappelijk onderzoek is het onderzoeksinstrument verder ontwikkeld. Dit proces blijft in beweging. Momenteel zijn we bezig om de pilotstudie van Carmen Lisman internationaal te publiceren.

We zijn op zoek naar mensen die de Loekemeijermethode verder wetenschappelijk willen valideren. Mocht je interesse hebben, dan mag je contact met ons opnemen. 

Download de algemene visie van de Loekemeijermethode

Nieuwsgierig geworden naar de missie en visie van de Loekemeijermethode?

Graag delen wij de eerste hoofdstukken van het boek: Loekemeijermethode Handboek Autisme en Gehechtheid met jou. Je leest hierin over de missie en de algemene visie van de Loekemeijermethode. Hopelijk draagt het iets bij aan jouw kennis en zoektocht. Wie weet tot ziens in de (nabije) toekomst!