Wat ik me steeds weer afvraag is waarom we zo hardnekkig blijven kijken naar diagnoses en de onveilige hechtingsstijlen in plaats van naar de ontwikkeling van de gehechtheid. Ik wil heel graag een zaadje planten… is er misschien een mogelijkheid dat we kunnen proberen te gaan omdenken naar dat er bij autisme of een onveilige hechting wél ontwikkeling mogelijk is? Dat een diagnose geen vonnis is waar we ons hele leven aan vastzitten?

 

Gehechtheidsinterventies zijn vaak gericht op het leren omgaan met een diagnose en niet op het alsnog mogelijk maken van een veilige hechting. En daar slaan we de plank mis. Er wordt vaak gedacht dat autisme of een onveilige hechting een blijvend effect heeft op hoe iemand relaties aangaat, vriendschappen onderhoudt, samenwerkt, emoties reguleert. We zien juist dat dit bij het merendeel geen blijvend effect is. Waar zit het verschil dan in? De gebruikelijke interventies sluiten niet aan bij gehechtheidsontwikkeling. Het zijn veelal cognitieve interventies of interventies hoe om te gaan met je diagnose. Dit zorgt er niet voor dat iemand groeit in zijn of haar gehechtheidsproces. Als je de diagnose autisme of een onveilige hechtingsstoornis krijgt, wordt er niet gekeken naar in hoeverre de gehechtheid wél is ontwikkeld. Terwijl dit de eerste stap in de interventie zou moeten zijn: in welke ontwikkelingsfasen van de gehechtheid bevindt iemand zich.

De ontwikkeling van de gehechtheid bestaat, net als ieder ander ontwikkelingsgebied, uit een vaste ontwikkelingslijn. Deze ontwikkelingslijn wordt opgedeeld in fasen, ontwikkelingsfasen. Wanneer je een diagnose krijgt weet je nog niet in welke gehechtheidsfase je zit. Als je dit niet weet, kan er ook niet worden aangesloten bij deze ontwikkelingslijn om tot een volgende gehechtheidsfase te komen. Als je dit wel weet, weet je ook wat de oorzaak van gedragingen en trauma’s zijn. Het niet weten is een hevig gemis voor het stapsgewijs inzetten van de interventie ofwel de Actieve Nabijheid. Actieve Nabijheid moet precies aansluiten bij de ontwikkelingsfase waarin iemand zit. Als je te laag of te hoog aansluit, gaat de ontwikkeling niet verder.

Bij autisme of een onveilige hechting is de ontwikkeling door allerlei omstandigheden stil komen te staan in Ontwikkelingsfase 4 of lager van de emotionele en sociale gehechtheid. Dit komt overeen met een ontwikkelingsleeftijd van de gehechtheid van 3 jaar of jonger. En laat nu net tijdens deze ontwikkelingsleeftijd de belangrijkste groei van de gehechtheid plaatsvinden. Dit betekent dat er nog volop ontwikkeling mogelijk is. Ook als een kind ouder is dan 3 jaar en zelfs een jongere of volwassene. Het draait hier om de ontwikkelingsleeftijd en niet om de ontwikkelde cognitie of kalenderleeftijd. Daarbij weten we dat hersenen zich gedurende het hele leven blijven aanpassen en nieuwe verbindingen kunnen vormen. Dit geldt ook voor het ontwikkelingsgebied hechting.

 

Ina vertelt in het boek Verbindingvol Hechten:
“Ik ben 57 jaar, op deze leeftijd ben ik in Ontwikkelingsfase 6 aangekomen. Ik bloei op. Ik mag er zijn. Ik ontdek mezelf. Ik had van tevoren niet kunnen bedenken hoe ik zou groeien. Ik vond het in het begin erg spannend om Actieve Nabijheid te krijgen. Ik wist niet waar dit naartoe zou gaan. Je weet wat je hebt. Een vaste structuur om mijn huishouden en opvoeding van mijn kinderen draaiende te houden. Hier had ik hard voor gewerkt. Toen ging ik het loslaten vanuit vertrouwen en door mezelf open te stellen. Ik had toen never nooit niet kunnen indenken hoe het nu is. Ik zou voor geen goud terug willen.

Mijn ontwikkeling gaat zo geleidelijk en vanzelf, dat ik het niet opmerk. Als je groeit heb je zelf niet in de gaten dat je groeit. Het voelen en het inleven, het plopt nu vanzelf op. Ik hoef er bijna niet meer over na te denken, te imiteren of te camoufleren. Dit is de omgekeerde wereld, het is niet meer zo fragmentarisch. Door de Actieve Nabijheid die ik heb gekregen sla ik bijna nooit meer de plank mis op welk onderwerp dan ook.”

 

In plaats van gedragingen te diagnosticeren als een stoornis zouden we dus kunnen omdenken naar iemand die nog volop aan het hechten is. Met deze gehechtheidsbril wordt nauwelijks gekeken. Zolang de kennis er niet is over de ontwikkeling van de gehechtheid en het idee bestaat dat er geen ontwikkeling mogelijk is, is er geen kans op hechting en herstel. Waar de zorg en het onderwijs vaak vastgeroest zitten in hun structuur, cognitieve systeem en oude patronen, blijven personen met autisme of hechtingsstoornis dit ook. Tenminste zolang als de ontwikkeling van de gehechtheid niet wordt meegenomen. Hechting is het fundament waarop alle andere ontwikkelingen rusten. Door eerst veiligheid te bieden, de verbinding aan te gaan en iemand volledig te horen en te zien, ontstaat er ruimte om verder te gaan hechten.

Wanneer het brein en zenuwstelsel onveiligheid ervaren, schakelen ze over op overleven. Dan draait de dag om controle houden en vasthouden aan het bekende: bestaande structuren, routines en denkwijzen. Gaan leven en ontwikkelen vraagt om veiligheid, verbinding, nabijheid en hechting. Een zenuwstelsel dat zich veilig voelt, durft te ontspannen, te ontdekken en flexibel te reageren. Het krijgt ruimte om verder te rijpen. Hechting en verbinding zijn daarin onmisbaar: een omgeving waarin iemand zich gezien, gehoord en gedragen voelt, vormt de basis waarop groei mogelijk wordt.

Met het onderzoeksinstrument van de Loekemeijermethode de ADAut (Attachment Development Autism) kunnen we vaststellen in welke ontwikkelingsfasen van de emotionele en sociale gehechtheid een kind of volwassene zich bevindt. Met deze resultaten kunnen we heel nauwkeurig gaan aansluiten met Actieve Nabijheid om ontwikkeling mogelijk te maken.

Het boek Verbindingsvol Hechten staat boordevol ervaringsverhalen van jong en oud hoe je met Actieve Nabijheid kunt aansluiten om gehechtheidsontwikkeling mogelijk te maken. De E-learning van de Loekemeijermethode helpt je om de Actieve Nabijheid in de praktijk toe te passen. Laten we samen gehechtheidsontwikkeling mogelijk maken en dit met elkaar delen.